Opbouw installatie

Welke materialen heb je nodig?

  • 16mm en/of 19mm pvc buis
  • Goot K25/P25 en toebehoren
  • Pvc sokken 16mm/19mm
  • Universele lasdozen
  • Klem/rijgzadels
  • Ijzeren zadels
  • Schroeven/pluggen
  • VD-draad bruin, blauw, geel/groen, zwart
  • Kabel
  • Lasdoppen
  • Kroonstenen
  • Montageplaten voor schakelmateriaal
  • Schakelmateriaal

o.

Welke gereedschappen heb je nodig?

  • Rolmaat en bouwpotlood
  • Waterpas
  • Smetlijn
  • Junior ijzerzaag
  • Buigveer 16mm/19mm
  • Hamer
  • Boormachine
  • Werk kleding
  • Veiligheidsschoenen
  • Schroefmachine
  • Trekveer
  • Diverse schroevendraaiers
  • Kniptang
  • Striptang
  • Combinatietang
  • Duspol/Multimeter
  • meer op de gereedschappen pagina

Stappenplan voor een opbouw installatie met draad in buis

In een schuur, garage, kelder etc. wordt vaak gekozen voor een opbouw installatie. Ook afhankelijk of dit een droge ruimte is of niet kun je kiezen om deze installatie met kabel of met draad-in-buis te maken, ook een combinatie hiervan is mogelijk. Hieronder staat beschreven hoe je een draad-in-buis installatie zelf kunt maken.

Stap 1: Ontwerp de installatie

Maak een ontwerptekening, dit kan een schets zijn met potlood en papier of een digitale versie, software om dit te doen kun je downloaden op de website van Proficad. Zie hiervoor de ontwerp pagina

Stap 2: Plaatsen bepalen en aftekenen

Bepaal in de ruimte waar de wandcontactdozen, verlichting en schakelaars gewenst zijn de plaatsen waar deze moeten komen.  Probeer alle maten wel consequent aan te houden in je project. 

Teken de wandcontactdozen, schakelaars en verlichtingspunten af op de muren met een bouwpotlood. Zorg dat dit later niet meer zichtbaar is. 

Bepaal waar de lasdozen komen, deze dienen als plaats waar de leidingen bij elkaar komen. Per 1 of 2 aftakkingen wordt een lasdoos geplaatst. Dit heet een normaaldoos systeem. Als er al een lasdoos aanwezig is welke behouden kan worden probeer dan de bestaande leidingen te hergebruiken. Probeer de lasdozen altijd bereikbaar te houden.

Bepaal hoe de leidingen moeten lopen. Hou ook rekening met het aantal draden in een buis, Dit is vooral als er een aantal schakelaars en wcd’s bij elkaar geplaatst worden. Er mogen maximaal 5 draden in een 5/8″ buis, dit zijn er 3 van 2.5mm2 en 2 van 1.5mm2 (zwart).Leg bij twijfel een extra buis aan om het aantal draden niet te overschrijden. 

Kijk waar eventueel de huidige voedingsleidingen vandaan komen of waar een nieuwe moet komen. 

Pas eventueel de tekening aan als er veranderingen zijn

Stap 3: Oude installatie verwijderen

Sluit de voedingsspanning af door de juiste groep uit te zetten in de meterkast en controleer dit met een duspol. Let op! misschien zijn er wel meerdere groepen. Verwijder alle oude overbodige installatie indien nodig. Kijk goed wat je nog kunt herbruiken.

Stap 4 : Zadels, lasdozen en montageplaten monteren

Monteer de montage platen t.b.v. de wandcontactdozen en schakelaars. Als dit op een stenen muur vastgezet wordt moeten er eerst gaatjes worden geboord met pluggen erin. Doe dit met een 5 of 6mm steenboor. Verdeel hierna de zadels tussen de lasdozen en montageplaten en monteer deze. De eerste zadel zit op 10cm van een lasdoos of montageplaat. De zadels zitten horizontaal maximaal 40cm uit elkaar en verticaal 50 cm maar minder afstand mag ook.    

Stap 5 : Buis aanleggen

Maak de pvc buizen op maat met behulp van een junior ijzerzaag en leg de buizen in de zadels. Buig maximaal 3 scherpe bochten in 1 leiding.  Het gebruik van flexibele buis kan handig zijn, leg deze alleen in flauwe bochten anders krijg je het draad er moeilijk of niet in. Ook mogen er in flexibele buis 5/8″ maar 4 draden en in buis 1 meer.

Op plaatsen waar ronde buizen niet zo mooi staan kun je er ook voor kiezen om de zgn. platte buis K25/P25 te gebruiken. Dit is een goot systeem van Attema, er zijn ook allerlei hulpstukken voor verkrijgbaar. 

Stap 6 : Draden en kabels trekken

Als de buizen en lasdozen zijn geplaatst is het tijd om deze te voorzien van bedrading. Korte stukjes kunnen gemakkelijk in de buis worden geschoven maar langere stukken moeten met een trekveer worden gedaan, Er zijn trekveren in de handel van verschillende lengtes, voor een huisinstallatie is 10 meter meestal voldoende. Schuif de trekveer in de nog lege leiding totdat deze er bij het andere eind weer uit komt. Bepaal welke draden er in de buis moeten er bevestig deze aan het oog van de veer. Er kunnen hier meestal maximaal 2 draden aan dus bij meer draden moeten deze worden getwist en alle draden meer dan 2 worden achterover gebogen. Steek de 2 overige draden door het oog en buig deze ook achterover. Handig is om dit met z’n tweeën te doen waarbij 1 aan de veer trekt en de ander de draden invoert en zorgt dat deze niet in de knoop komen. Knip de draden op maat af, niet te kort! Je kunt hier de bedradingsschema’s vinden van de meest voorkomende schakelingen in een huisinstallatie.

Welke draden bij welk aansluitpunt?

  • Wandcontactdoos= bruin/fase  +  blauw/nul    +   geelgroen/aarde
  • Lichtpunt= zwart/schakeldraad  +  blauw/nul    +   geelgroen/aarde
  • Schakelaar enkelpolig of dimmer= bruin/fase   +   zwart/schakeldraad 
  • Schakelaar wissel of dimmer= bruin/fase   +  2 x zwart/schakeldraad of 3 x zwart/schakeldraad (1 hiervan gaat naar de lamp, dit is de P of L)
  • Schakelaar/wandcontactdoos combinatie= bruin/fase  +  blauw/nul    +  zwart  +  geelgroen/aarde
  • Schakelaar wissel/wandcontactdoos combinatie= bruin/fase  +  blauw/nul    +  2 x zwart  +  geelgroen/aarde
  • Schakelaar kruis= 4 x zwart/schakeldraad
  • Wandcontactdoos 2x230V=  2x bruin/fase  +  2xblauw/nul    +   geelgroen/aarde
  • Wandcontactdoos 400V= 3x bruin/fase  +  blauw/nul    +   geelgroen/aarde
  • Centrale ventilator 3 standenschakelaar= meestal bruin/fase   +  2 x zwart/schakeldraad.
  • Jaloezie standenschakelaar= bruin/fase   +  2 x zwart/schakeldraad (op/neer)

Kabels

Soms is het handiger om kabel te gebruiken om een aansluitpunt aan te leggen. Een voorbeeld hiervan is voor een aparte groep trekken naar de keuken, In de praktijk wordt deze kabel vaak in de kruipruimte of kelder gelegd van de meterkast naar de keuken. In de keuken wordt dan een een buis door de vloer geboord, deze buis kan dan eindigen in een inbouwdoos. Gewone installatiekabels mogen niet los in de kruipruimte worden gelegd al gebeurt dit wel vaak. Probeer ook hier netjes te werken en maak de kabels vast met spijkerclips en/of ty-raps. Bind de kabels niet direct aan water-of cv leidingen vast, deze kunnen heet worden.

Stap 7 : Afmonteren

Las hierna de juiste draden af in iedere lasdoos. Ik vind het bij het lassen van de draden het makkelijkst om eerst geel/groen (aarde) ,dan blauw (nul), dan bruin (fase) en dan zwart (schakeldraden) aan elkaar te maken. Het voordeel kan zijn dat als er een foutje in zit dat de schakeldraden vooraan liggen, het is namelijk het meest waarschijnlijk dat de fout hierin zit. Zorg dat de voeding uit staat, Doe dit zorgvuldig met lasdoppen van een goede kwaliteit, bijv. van Wago of Phoenix. In woningbouw worden vrijwel alleen nog maar steeklasdoppen toegepast. Strip de draden +-11mm aan en zorg dat ze recht zijn. Steek ze stevig in de lasdop en trek even aan de draad ter controle of deze goed vast zit.  Sluit hierna de wandcontactdozen en schakelaars aan. Dit zijn vaak ook insteek aansluitingen, controleer ook hier of het goed vast zit. Brand is meestal het gevolg van losse aansluitingen en niet van kortsluiting zoals vaak wordt beweerd. 

Na het monteren van alle onderdelen kan de spanning er weer op, zet de zekering in de meterkast weer in. Controleer hierna met een duspol of alles ook werkt, ook de aarde……zo ja…..klaar! 

klemzadel
duspol
Duspol
Universele lasdoos
ijzeren zadel
Opbouw schakelaar
Lasdoppen
Goot K25/P25
2-voudig wcd
spijkerclips
spijkerclips
kabelkoker
draadkleuren
draadkleuren